Beste collega’s,
Het is al weer een tijdje geleden dat we een deel van ons
“Spelletjes Carroussel” hebben gespeeld. Vandaar nu maar weer
een nieuw spelletje. Deze keer weer een spelregeltoets, om
er voor te zorgen dat we in deze voetballoze tijd toch onze
spelregelkennis een beetje op peil kunnen houden.
Om te zorgen dat er nog meer mensen mee doen,
krijg je voor deze spelregeltoets 2 punten per goed
gegeven antwoord. De goede antwoorden kunnen,
zoals gewoonlijk, weer worden doorgegeven via
mijn email-adres marcelvandenbeld69@gmail.com
Succes!
Spelletjes Carrousel (4): spelregeltoets deel 2.
1
Als partij A in balbezit is, onderbreekt de scheidsrechter het spel
omdat er een toeschouwer op het speelveld is. Hoe en waar moet het
spel dan worden hervat?
a) Met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de toeschouwer het
speelveld betrad.
b) Met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de toeschouwer stond
toen het spel werd onderbroken.
c) Met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal het laatst
geraakt werd.
d) Met een indirecte vrije schop voor partij A, op de plaats waar
de bal was toen het spel werd onderbroken.
2
Een aanvaller die zich achter de doellijn heeft teruggetrokken om
zich aan buitenspel te onttrekken, schreeuwt in die positie aan
aanwijzing naar een medespeler, die ter hoogte van de strafschopstip
aan de bal is. De scheidsrechter fluit en geeft de schreeuwende
speler een waarschuwing. Hoe hervat hij het spel?
a) Een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal het laatst geraakt
werd.
b) Een indirecte vrije schop vanaf de plaats waar de bal zich bevond
toen afgefloten werd.
c) Een scheidsrechtersbal op de doellijn, zo dicht mogelijk bij de plaats
waar de schreeuwende speler stond.
d) Een indirecte vrije schop op de doellijn, zo dicht mogelijk bij de
plaats waar de schreeuwende speler stond.
3
Wie bepaalt op welk doel de serie strafschoppen na het einde van een
wedstrijd worden genomen?
a) De scheidsrechter bepaalt met behulp van de kleur of de zijde van
de tossmunt het doel en tosst zelf. De winnende kleur of zijde is de
keuze van het doel waarop de strafschoppen worden genomen.
b) De partij die bij de aanvang van de wedstrijd de beginschop nam,
wordt door de scheidsrechter aangewezen.
c)De winnaar van de “eerste” toss voor aanvang van de strafschoppenserie.
d)De partij die bij aanvang van de tweede helft de beginschop nam, wordt
door de scheidsrechter aangewezen.
4
Voor een bepaalde overtreding wordt een indirecte vrije schop toegekend.
Dit is een juiste beslissing. De scheidsrechter geeft een fluitsignaal,
maar vergeet zijn arm omhoog te steken. De bal wordt vervolgens van buiten
het strafschopgebied direct in het doel van de tegenpartij geschoten. Welke
beslissing neemt de scheidsrechter, als hij zijn fout bemerkt?
a)Doelpunt toekennen.
b)De vrije schop wordt over genomen, nadat de schiedsrechter heeft laten
weten dat hij verzuimd heeft zijn hand omhoog te steken.
c)Doelschop.
d)Indirecte vrije schop voor de tegenpartij op dezelfde plaats waar de eerste
schop werd genomen.
5
In de 35e minuut van de eerste helft wordt een speler zijn tweede gele kaart
getoond. Het ontgaat de scheidsrechter evenwel dat dit zijn tweede is. Hij komt
er pas in de rust achter. Hoe dient hij nu verder te handelen?
a)Hij kan niets meer doen.
b)Hij meldt het voorval aan de bond, maar laat de speleer verder spelen.
c)Hij ontzegt hem alsnog het verder meespelen en meldt het voorval aan de bond.
d)Hij kan hem pas wegsturen als hem alsnog de gele of rode kaart wordt getoond.
6
Een wisselspeler, die zonder toestemming van de scheidsrechter zijn team heeft
gecompleteerd, wordt in het strafschopgebied van de tegenpartijdoor een
tegenstander op een buitensporige wijze tegen de benen geschopt. Op dat moment
constateert de scheidsrechter, dat deze wisselspeler zich tegen de regels op
het speelveld bevindt. Hoe reageert de scheidsrechter, als hij hiervoor het spel
heeft onderbroken?
a)Hij stuurt de schoppende speler van het speelveld, geeft de wiiselspeler een
waarschuwing en hervat het spel met een indirecte vrije schop tegen de schoppende
speler.
b)Hij stuurt de schoppende speler van het speelveld, geeft de wisselspeler een
waarschuwing en hervat het spel met een indirecte vrije schop tegen de wisselspeler.
c)Hij stuurt de schoppende speler van het speelveld, geeft de wisselspeler een
waarschuwing en hervat het spel met een strafschop tegen de schoppende speler.
d)Hij stuurt de schoppende speler van het speelveld, geeft de wisselspeler een
waarschuwing en hervat het spel met een scheidsrechtersbal.
7
De doelverdediger heeft, op de grond liggend, nog één vinger op de bal. Mag de bal
nu worden gespeeld?
a)Alleen door een tegenstander.
b)Alleen door een medespeler.
c)De bal mag niet meer worden gespeeld.
d)De bal mag door iedereen worden gespeeld.
8
De scheidrechter heeft het spel onderbroken, omdat een speler geblesseerd in het
speelveld ligt en direct verzorging nodig heeft. Hij hervat na de verzorging het
spel met een scheidsrechtersbal. Van partij A, die recht had op de scheidsrechtersbal,
weigeren de spelers daarbij aanwezig te zijn. Wat moet de scheidsrechter nu doen?
a)Hij wacht tot een speler van partij A aanwezig is.
b)In de regels staat nergens dat de speler aanwezig dient te zijn. Hij laat de
scheidsrechtersbal dus gewoon plaatsvinden zonder spelers.
c)Hij wijst de aanvoerder van partij A op de gevolgen van deze weigering.
d)Hij laat partij B een indirecte vrije schop nemen.
9
De doelverdediger vangt de bal met beide handen en wil de bal uittrappen. Een
tegenstander loopt in het strafschopgebied richting eigen speelhelft. De doelverdediger
schiet de bal tegen de achterkant van de hand van de aanvaller. Daardoor komt de
aanvaller verrassend in het bezit van de bal, draait zich om en scoort. Wat beslist de
scheidsrechter?
a)Het doelpunt wordt afgekeurd, omdat de aanvaller de doelverdediger het uittrappen
belet.
b)Het doelpunt wordt afgekeurd, omdat de aanvaller de bal met de hand speelt en
zichzelf daardoor in scoringspositie brengt.
c)Het doelpunt wordt toegekend, omdat de aanvaller de bal niet opzettelijk met de
hand speelt.
d)Het doelpunt wordt afgekeurd, omdat de aanvaller zich in het strafschopgebied bevindt.
10
Na een beslissingswedstrijd moeten er strafschoppen genomen worden. De thuisspelende
partij beeïndigt de wedstrijd door blessures en een veldverwijdering met 9 spelers.
Hoeveel spelers in totaal moeten zich nu tijdens het nemen van een strafschop ten
minste in de middencirkel bevinden?
a)15 spelers
b)17 spelers
c)18 spelers
d)19 spelers